DE ZUSTERS

04-01_20041118_143418AA (WinCE)

Zuster Marie-Ange de Mulder

Zuster Marie-Ange de Mulder is 34 jaar oud als zij uitgezonden wordt naar de missie van Lusambo, Congo, toen nog Zaïre geheten. Daar moet zij de lagere school overnemen van een oudere zuster die terug gaat naar België. Gelukkig voor haar mag zij eerst meelopen met een derde klas (groep 5). Zo kan zij zich het Tshiluba eigen maken, de inlandse taal. Dat is beslist nodig, want het hele onderwijzend personeel is Congolees en de leraar in die klas spreekt ook Frans. Daar wordt het een stuk gemakkelijker mee!

OVERPLAATSING NAAR KATENDE

Na drie jaar wordt zuster Marie-Ange overge-plaatst naar Katende, ook voor de school. Daar helpt zij de middelbare school opzetten. Zelf geeft ze les in aardrijkskunde en wiskunde. In september 1974 geeft zij de leiding van de lagere school over aan een van de Congolese zusters. De onder-wijsinspectie vindt dat die het verrassend goed doet; dat hadden zij niet verwacht. In Katende werken op dat moment 6 Vlaamse zusters; naast een gezondheidspost en een materniteit runnen zij een weeshuis met ongeveer 200 kinderen.

05-01_20041116_193308AA (WinCE)

PROBLEMEN

De zusters hebben grote problemen. Er is niet eens genoeg geld om de wezen te kunnen voeden. Zij overwegen het weeshuis te sluiten. De zusters vragen Maurice Carlier (Pater van Scheut) tijdens zijn bezoek aan Europa uit te zien naar hulp. In Nederland aangekomen komt pater Carlier in contact met de heer Pellis in Ulvenhout. Samen met een vriend heeft die al eerder voor missionarissen een inzamelingsactie opgezet en zij besluiten hulp voor de zusters van Katende te zoeken. Zo komt in 1974 de Stichting HWG-Afrika tot stand: Hulp voor Wezen en Gebrekkigen in Afrika.

EERSTE BIJDRAGE

Nog in hetzelfde jaar kan de Stichting al een eerste bijdrage aan de zusters overmaken en die krijgen daardoor nieuwe moed. Allereerst zorgen zij dat er genoeg te eten is voor de kinderen. Vervolgens kopen zij bedden en stof voor kleding en zij herstellen de gebouwen.

Ook gaan zij zelf voedsel verbouwen. Daardoor zijn zij minder afhankelijk van de handelaren. Zij leggen velden aan met maïs en maniok en een aantal dorpelingen helpt hen tegen een kleine vergoeding.

Wat begint als alleen maar een weeshuis, groeit zo dankzij de hulp van vele mensen uit tot een bron vanvreugde voor een heel gebied. Zoals midden in de woestijn een waterbron landbouw mogelijk maakt en een rijke oase kan vormen, zo is Katende met zijn actieve Congolese zusters en de financiële steun vanuit Nederland een oase geworden van gezondheid en arbeid.

DE ONTWIKKELING

05-02_20041121_170555AA (WinCE)

Sangayi wabo

GESTRUCTUREERD PROGRAMMA

Vanaf 1974 wijdt Marie-Ange zich helemaal aan het werk voor vrouwen en kinderen in het binnenland. Er wordt een programma gemaakt en zij trekt er met een ploeg van vier mensen rond.

  • De chauffeur: kindjes wegen en eten geven aan de opgenomen zieken.
  • De eerste verpleger: vaccinaties tegen TBC, BCG, DTC, Polio, Mazelen. Ze hebben een koelkast die op de accu van de auto draait en ze nemen steeds precies genoeg mee voor die dag.
  • De tweede verpleger (gewoonlijk een Congolese zuster) om de zwangere vrouwen te onderzoeken en in te enten tegen Tetanus. Ook geven zij de vrouwen les in hygiëne en babyvoedsel.
  • Zuster Marie-Ange zelf, om de administratie bij te houden.

HET WERKROOSTER

Maandag | De dorpen Bajikile en Tshiefu, dan de rivier de Lubi oversteken naar Lubunga en daar overnachten.

Dinsdag | alle dorpen tussen Lubunga en Bakonde.

Woensdag | van Lubunga naar Ntumba Kaleba en daar overnachten.

Donderdag | Bakna Mboleba, Bena Kaniema,

Vrijdag | Kamba Kaleba, Bena Kalomba, Kuma.

Zaterdag | Dimbelenge, Bilomba, Bena Kabala, 's avonds naar huis

Voor de tweede, derde en vierde week van elke maand is er een soortgelijk schema, in de andere windrichtingen.

06-01_20041118_112320RR (WinCE)

Wij zijn één

met u allen

Sangayi wabo

Het is een vol werkrooster en te laat komen kan niet, want ze staan op de volgende plaats al weer op hen te wachten: de mama's met hun baby op de arm, vol vertrouwen in de zorg die zij krijgen.

Overal begint de bijeenkomst met een les over gezondheid, respect, rechtvaardigheid en babyvoeding. Overal krijgen ze honderd kinderen of meer te zien. Dit gebeurt in een zaaltje, in een kerk of onder de bomen. Iedereen is welkom, zij maken geen onderscheid tussen katholieken, protestanten en andere godsdiensten of sektes.

Soms worden ze uitgenodigd voor een feestje of een godsdienstige plechtigheid en als dat zo uitkomt gaan zij daar ook op in. Natuurlijk schuiven andere godsdiensten ook bij hen aan en die maken dan geen kruisteken maar zeggen aan het eind van de maaltijd 'Sangayi wabo', wat betekent: 'Wij zijn één met u allen.' Ook mooi.

DE PROJECTEN

Zij geven mensen die weeskinderen in huis hebben opgenomen een bijdrage in de kosten.

06-03_20041118_112542AA (WinCE)

HET WERK

Na een zeer lange 'diensttijd' keren de laatste blanke zusters vanwege hun hoge leeftijd terug naar België. Gelukkig staat er een uitbreiding tegenover van Congolese zusters. De Vlaamse zusters hebben er op tijd voor gezorgd dat er een goede opvolging is. Deze inlandse zusters hebben een goede opleiding achter de rug en inmiddels ook de nodige ervaring. Praktisch als zij zijn, stropen zij de mouwen op en gaan aan de slag, geïnspireerd door het voorbeeld van Vincentius à Paulo, hun patroon, om speciaal te zorgen voor wezen, zieken, gebrekkigen en gevangenen.

Hun werk bestaat daarom uit:

  • zorg voor wezen;
  • zorg voor zieken;
  • inentingen en voorlichting;
  • zorg voor bejaarden;
  • zorg voor gehandicapten;
  • zorg voor uitgestotenen;
  • zorg voor gevangenen;
  • zorg voor vluchtelingen;
  • zorg voor in de steek gelaten of verwaarloosde jeugd.

KEUZES MAKEN

Het grootste probleem is dat de zusters steeds moeten kiezen uit heel veel belangrijke zaken.

De keus is dikwijls moeilijk: pakken zij eerst de kamers aan voor de meisjesstudenten, of kopen ze eerst de schoolboeken voor de lagere school, of toch eerst schrijfmachines voor het voortgezet onderwijs? Maar dan komt zuster Bernadette Mwanamba uit Kinshasa met het plan om velden aan te leggen bij hen in de buurt.

Wat dan?

Dan ga je opnieuw de afweging maken wat het belangrijkste is. Als de zusters samen met de oudere kinderen daar kippen houden en varkens en geiten, dan eten zij van hun eigen grond en de kinderen leren hoe zij later zelf voor voldoende eigen voedsel kunnen zorgen. Dat is dan een belofte voor de toekomst!

De zusters en de jongeren in opleiding zorgen waar zij wonen altijd voor een aantal weeskinderen en armen.

08-03_20041117_171500AA (WinCE)
07-01_20041117_073508AA (WinCE)

KOSTEN

Zo zijn zij steeds bezig om zo veel mogelijk voor elkaar te krijgen met de middelen die ze hebben. Daarbij verliezen zij de kleine dingen zeker niet uit het oog. Als ze met een heel stel kinderen naar de rivier gaan om daar lekker te poedelen en te spetteren, dan geeft dat iedereen heel veel plezier. Dat hoeft ook allemaal niet zo veel te kosten.

Nee, de grootste kosten gaan toch wel naar eten en kleren voor de kinderen, de scholen, de ziekenzorg en opvang van ouden van dagen.

Ook voor het pastorale werk is geld nodig en dankzij steun daarvoor kan er veel zorg besteed worden aan de vorming van jonge Congolese zusters, op godsdienstig, sociaal en intellectueel gebied. Het aantal Congolese zusters groeit hard. Er werken nu 80 zusters in totaal 14 communauteiten: vier in de regio van de stad Kananga en verder in Kakenge, Katende, Kikwit, Kinshasa, Lubunga, Lusambo, Mashala, Mbuyi Mayi, Muetshi en Tshikapa. Wij voorzien voor een deel in hun levensonderhoud en vangen eventuele medische kosten op van henzelf en van de mensen die van hen afhankelijk zijn.

STEENTJE BIJDRAGEN

Het onderhoud, de medische zorg en de scholing van de wezen en de armen vergt een groot bedrag. De meeste oudjes zijn afhankelijk van anderen, enkelen wonen in één van de huizen van de zusters en een groot aantal woont op zichzelf maar kan zich zonder hulp niet redden. Zij dragen op hun manier hun steentje bij door hun inzet. Zij helpen met handwerk, zoals het schoonmaken van maniok en maïs, het wieden van velden en tuinen, eenvoudig onderhoud van de percelen, de huizen en de kippenhokken.

Gedurende de vakantie gaan ook de kinderen met de zusters mee naar het veld. Toch is er erg veel nodig voor melk, rijst, maïs en andere voeding, kleding en medische zorg voor de kinderen en voor inrichting.

DE SCHOOL

De bouw van de school in Lubunga is klaar. De kinderen hebben heel wat in te halen, want gedurende twaalf lange jaren is er in het dorp geen onderwijzer geweest. Dat is een hele generatie schooljeugd! U kunt zich voorstellen hoe blij de ouders zijn. Op dit moment hebben de zusters de zorg voor 204 wezen waarvan er 74 bij gezinnen zijn ondergebracht, die zij financieel steunen.

BURGEROORLOG

Er woont ook een aantal oudjes bij de zusters die tijdens de burgeroorlog verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt. Er zijn er bij die weer als kind benaderd moeten worden. Deze mensen hebben zo'n zware tijd achter de rug dat zij er waarschijnlijk nooit meer overheen komen. Er is een speciaal programma voor hen opgezet. Elke week praten de zusters met hen over de problemen die met hun leeftijd te maken hebben. Zodat ze inzien dat de laatste etappe op deze aarde wel de dood is, maar dat ze daar niet bang voor hoeven te zijn. En dat ze op een speciale manier toch hun waarde en waardigheid hebben.

De meesten begrijpen het. Veel armen zijn van ons afhankelijk; oude mensen, gebrekkigen, die vaak in de buurt van onze huizen wonen. Wij helpen met voedsel, kleding en morele steun.

09-01_20041120_084913AA (WinCE)
09-02_20041127_105406AA (WinCE) test

EERLIJK LOON

Naast de hulp van de kinderen kunnen we niet zonder de mensen die op de velden helpen met het zaaien, het onderhoud en de oogst. De zusters betalen hun werkers een eerlijk loon. Ze werken alleen 's morgens, zodat ze zich ook op een andere manier kunnen redden, bijvoorbeeld door op hun eigen stukje grond te werken of door een handeltje te drijven en zo een beetje geld te verdienen. Ze doen hun best het met zo weinig mogelijk werkers te doen.

ZIEKENZORG

De ziekenzorg van Katende draait weer: mensen komen van verre omdat zij gehoord hebben dat de zusters altijd wel iets voor hen willen doen. In Muetshi had Memisa vorig jaar voor medicijnen gezorgd in het Algemeen Ziekenhuis. Daar waren ze een hele tijd mee geholpen, maar het is een groot zieken¬huis voor wel 200 patiënten. Dan springen wij bij. Het gaat goed met de kinderen in de wees¬huizen en de Congolese zusters hebben het werk met heel veel liefde overgenomen. Katende is de basis van dit mooie  werk en het is moeilijk te aan¬vaarden dat de plaats zo door de binnen¬landse oorlog getroffen is. Gelukkig kunnen de zusters hun werk daar weer oppakken. Met ons allen zetten wij onze schouders er onder.